Zr Speet : een tijd van komen en een tijd van gaan
Een tijd van komen : 3 maart 1940, Een tijd van gaan : 1 november 1976
Deze lange reeks van jaren, met een onderbreking van tweemaal twintig maanden, heb ik in het Ignatius-ziekenhuis werkzaam mogen zijn. Enthousiast begon ik als leerling-verpleegster. Trots met het uniform, hetwelk bestond uit een blauwe linnen jurk met stijve boord en witte manchetten, wit hartjesschort - in het werk een mouwschort - zwarte kousen en schoenen en als we ons buitenshuis begaven, nog een zwarte mantel en zwarte lange sluier en de handschoenen mochten niet vergeten worden.
We hadden één vrije dag per week en acht vakantiedagen per jaar en voor deze tijd niet te geloven, een driedaagse retraite in stilzwijgen. Werkdagen van negen en een kwart uur. Geen salaris, want verpleegster worden was een roeping en geen beroep. Moeder Overste was tevens onze directrice. Er waren toen 110 religieuzen en 40 leken-verpleegsters werkzaam.
Mijn startplaats was afd. B, later 11. Deze afdeling bestond toen uit een meisjeszaal en drie vrouwenzalen, met zowel chirurgische patienten als interne. Om er een chirurgische afdeling van te maken zoals nu, dat dames en heren op een afdeling verpleegd kunnen worden, ontdekte men pas later.
En eenmaal in het bezit van het diploma, hadden inmiddels de religieuzen mijn zieltje gestolen en hoewel ik goed wist, dat er een leven van afstand doen, gebed en een volledige inzet voor de medemens me wachtte, heb ik toch deze stap durven zetten en het noviciaat begonnen. Na dit doorlopen te hebben, weer terug naar het ziekenhuis en begon toen als subhoofd bij zuster Florentia op de kinderafdeling die ik na enige jaren mocht opvolgen. 16 jaren ben ik daar werkzaam geweest. Enorm veel kinderen, als ik me niet vergis zo'n zeven tot achthonderd per jaar, hebben we zien komen en zien gaan. Dan te bedenken dat er toen die tijd nog geen wegwerp materiaal was en geen centrale sterilisatie en alles gewassen en gekookt moest worden, dit soms een groot probleem was en de steriliteit wel eens wat te wensen over liet. Kinderen met darmstoornissen waarschijnlijk nog tengevolge van de oorlog, kwamen zeer frequent voor. Er lagen altijd kinderen met een infuus en hypo’s geven was een dagelijks werk.
Maar ondanks de vele werkzaamheden daar, eigenlijk dag en nacht dienst, daar er die tijd nog geen nachthoofd was, heb ik er met plezier gewerkt. Daarna ben ik naar „St. Antonius" te Leur gegaan om het B-diploma te halen. Maar ondanks dat het voor mij een mooie en verrijkende tijd was, bleef mijn hart toch in het Ignatius-ziekenhuis. Zodra het zwarte kruis op m'n speld prijkte, was ik spoedig daar weer terug en vond m’n plaats op het Rochus paviljoen, vroeger de boerderij genaamd en later afdeling 05 genoemd. Na 13 jaren daar werkzaam geweest te mogen zijn, heb ik mij nu als 60-jarige terug mogen trekken.
De geweldige groei en uitbreiding op alle gebied, hebben we mee mogen maken. Er is veel veranderd en veel verbeterd. In 1940 waren dr. Klein Swormink als geneesheer-direkteur en dhr. v. Aalst als ekonoom, de personen waar alles om draaide. Rektor Korsmit, de eerste rektor van het Ignatius-ziekenhuis, door de nonnetjes op handen gedragen, had in het ziekenhuis-gebeuren ook een grote inbreng. Dr. Klein-Swormink was tevens hoofd van Röntgen en laboratorium, docent en voor de pleegjes „Pa". Al spoedig kwamen er steeds meer specialisten. Het lekenpersoneel nam steeds in tal toe, het religieuzental minderde geleidelijk.
Maar alles bijeen is het voor mij een tijd geweest waar ik met plezier aan terug kan denken. De dag van afscheid leek mij wat pijnlijk toe. Maar het tegendeel is waar geworden. Dhr. Melcherts, dhr. Vissers en Zuster Bouvy hebben het voor mij tot een onvergetelijke mooie dag gemaakt. Mijn oprechte dank daarvoor.
Dank ook voor de mooie kadeau’s, bloemen en vooral de vele goede wensen die ik mocht ontvangen.
Ook civiele dienst en keukenpersoneel, dank voor de prettige samenwerking en goede zorgen op de dag van afscheid. Het was geweldig.
Ook dank aan alle mensen die op de een of andere manier werkzaam zijn in het Ignatius-ziekenhuis en vooral hen op wie ik zo dikwijls een beroep heb mogen doen.
lk wens alien veel sukses en plezier in hun verdere werkzaamheden en alle goeds.
Zr. Speet.