F.J. (Frans) van Aalst
Frans van Aalst startte op 1 augustus 1933 op verzoek van mgr. Hopmans als part-time administrateur.
Gedurende 8 jaar was hij voor halve dagen in dienst van het ziekenhuis en werkte daarnaast voor halve dagen voor mgr. Frencken met wie hij Bouvigne huurde en bouwde voor de Catechisten van de Eucharistische Kruistocht (Pius X-stichting).
De Congregatie Alles voor Allen, eigenaresse van het Ignatiusziekenhuis drong steeds sterker aan op een fulltime administrateur en in 1941 was dit een feit.
Het zal duidelijk zijn, dat de exploitatie van het ziekenhuis in de oorlogsjaren voor Frans van Aalst zeer moeilijk geweest moet zijn, maar ook de jaren daarna waren problematisch: Het moest duren tot 1950 vooraleer eindelijk de zo vurig en frequent bepleite bouwvergunningen kwamen. Hij kon toen het Moederhuis, het pathologisch-anatomisch laboratorium en een semi-permanent paviljoen voor 100 patiënten bouwen.
Nadat van Aalst in 1953 tot adjunct-directeur was benoemd, volgde in 1958 zijn benoeming tot directeur-econoom van het ziekenhuis.
Hij is al die tijd blijven verbouwen en bouwen tot hij in 1966 om gezondheidsredenen gedoemd was het werk voor het ziekenhuis neer te leggen.
1 juni 1966 - Frans van Aalst houdt zijn afscheidsspeech
Naast het werk in het ziekenhuis is van Aalst van 1941 tot 1966 bestuurslid geweest van de Vereniging van Katholieke Ziekenhuizen en was hij vele jaren vice-voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuiseconomen.
Hij publiceerde veel, o.a. in de Ziekenfondsgids, waarvan hij vaste medewerker was en in Ons Ziekenhuis, waarvan hij redactielid was.
Daarnaast was hij lang bestuurslid van het Pensioenfonds Katholieke Instellingen (PKI).
Buiten de ziekenhuisorganisaties waren er de Nationale Katholieke Gezinszorg, het Diocesaan Sociaal-Charitatief Centrum, de Katholieke Actie, de Katholieke Bond voor het Gezin en enige schoolbesturen, die van zijn bestuurskracht mochten profiteren.
Hij was voorzitter van de Stichting St. Lucia (bejaardenzorg), van de Stichting Sterke Helpende Handen (opleiding voor gehandicapte jongens en meisjes) en penningmeester en mede-oprichter van het Revalidatiecentrum. Hij werd erevoorzitter van de sectie economen van de V.K.Z. en erelid van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuiseconomen.
Voor alle bewezen diensten werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Sint Silvester en in de Orde van Oranje Nassau.
Naast het vele omvangrijke werk hield Van Aalst er nog een aantal hobbies op na, waaronder filatelie, filmen en zijn auto.